Holocene Era & Terneuzen (9000 B.C.-present)
De strandwallengordel van Zeeland maakte zo rond 2000 voor Christus deel uit van een langgerekte kustlijn, die van Noord-Frankrijk liep tot naar Noord-Holland. Achter de strandwallen verzoette het vroegere getijdengebied sterk, waardoor zich op grote schaal veen (Hollandveen) vormde. In de zoete gebieden ontwikkelde zich in de nattere delen onder mee een elzenbroekbos.
Een prehistorisch bos , dat in 1962 tijdens kanaalwerken bij Terneuzen tevoorschijn kwam , was illustratief voor de landschapsontwikkeling. Eiken waren er verstrikt door de veenvorming, waarna dennenbomen zich tussen 2600 en 2300 voor Christus oppervlakkig wortelden in het veen.
The beachwall belt of Zeeland was part of an elongated coastline running from northern France to northern Holland around 2000 BC. Behind the beach walls, the former tidal area salinated strongly, forming peat (Hollandveen) on a large scale. In the wetter parts of the fresh areas, alder thickets developed.
A prehistoric forest , which appeared in 1962 during canal works near Terneuzen , was illustrative of the landscape development. Oaks were trapped there by the peat formation, after which pine trees rooted superficially in the peat between 2600 and 2300 BC.